“Ik word oud”, grinnikt Dai Dai N’tab als hij hoort dat hij de schaatser is met de meeste 34’ers in Thialf (54 stuks). Zijn ploeggenoot Mats van den Bos reed deze winter zijn eerste 500 meters in de 34 seconden.
Beide sprinters zijn bezig aan hun eerste seizoen bij IKO-X2O en treffen elkaar vanavond in de laatste rit van de eerste 500 meter op het Daikin NK afstanden. N’tab (30) is terug na lang blessureleed, Van den Bos (gisteren 20 geworden) komt juist net kijken.
“Een 34’er is iets magisch”, zegt N’tab, die vorig seizoen een winter lang niet door die grens was gegaan. Dit jaar lukte het in trainingswedstrijden al vier keer. “Volgens mij heb ik er in totaal meer dan tachtig gereden. Voor mij is de magie er wel een beetje af, maar het was wel echt een overwinning.”
Dik persoonlijk record en een val
Van den Bos had de verrassing van het NK sprint kunnen worden, maar sneed zichzelf de pas af. Op de eerste 500 meter haalde hij bijna drie tienden van zijn persoonlijk record af. Zijn 34,58 leverde zilver op achter de ongenaakbare Jenning de Boo, de topfavoriet voor de Nederlandse titel vandaag.
Bekijk hier het NK sprint van Van den Bos:
Op de 1.000 meter ging Van den Bos onderuit, een goed klassement kon hij vergeten. Maar een dag na dat persoonlijk record werd Van den Bos opnieuw tweede op de 500 meter.
“Wat het dit toernooi waard is, weet ik niet. Als ik überhaupt al aan die tijden kom”, zegt Van den Bos. “Ik weet dat het erin zit. Maar belangrijker: ik weet wat ik moet doen om het eruit te halen, daar focus ik me op.”
Ook N’tab had in het voorjaar, toen de trainingen op het huidige seizoen begonnen, niet gedacht zo dicht bij de nationale top te zitten. N’tab werd vier keer Nederlands kampioen en stond in 2021 nog op het WK-podium, maar een rugblessure zat hem lang dwars.
“Anderhalf jaar lang ben ik met pijn opgestaan. Ik wil gewoon heel graag terugkomen, met dat gevoel ga ik naar bed en sta ik nu op.”
‘Sneller, sterker en mobieler’
N’tab vertrok bij de ploeg van Jac Orie en sloot zich aan bij de broers Martin en Erwin Ten Hove. “Als ik dit weekeinde hard rijd, heb ik wel echt iets overwonnen. Dan loop ik een beetje voor op het schema dat ik met mijn trainers heb gemaakt. In april dachten we dat het een verloren seizoen kon worden, zo slecht was mijn rug.”
“Ik moest in de zomer veel werk verzetten. Dat lukte, maar toen liep ik in september een scheur in mijn buikspier.”