Kai Verbij keert terug op het ijs na afwezigheid

Het is vroeg in de ochtend, nog geen acht uur, als in Thialf de eerste schaatsers hun trainingsrondjes rijden. In een zwart pak zonder sponsoren stapt Kai Verbij het ijs op, samen met de regionale schaatsploegen en de junioren.

Waar de ijsbaan later die dag is gereserveerd voor de Europese sprint- en allroundtop, is Verbij veroordeeld tot het eerste trainingsuurtje van de dag. “Het heeft zijn voor- en nadelen. Je bent niet heel erg fris en scherp op het ijs, maar je zit wel weer lekker vroeg aan de koffie.”

Na een half jaar afwezigheid staat Verbij – zijn laatste wedstrijd was op 24 februari 2024 – sinds een aantal weken weer op het ijs. De tweevoudig Europees kampioen sprint (2017 en 2019) en oud-wereldkampioen op de 1.000 meter (2019 en 2021) vertrok in april bij het toenmalige Jumbo-Visma. Daarna bleef het maandenlang stil.

De pas 30-jarige sprinter trok zich terug uit de schaatswereld en overwoog zelfs te stoppen. “Ik heb het lastig voor mezelf gemaakt. Maar soms moet je jezelf de tijd gunnen om de juiste keuze te maken in het leven.”

Geen schim

Verbij was de afgelopen twee seizoenen geen schim meer van de sprinter die hij was. Door blessures beleefde hij moeizame winters. Waar Verbij in 2021 nog wereldkampioen werd op de 1.000 meter, plaatste hij zich vorig jaar niet voor het EK en de WK’s. Zijn beste prestatie was de vijfde plaats op de kilometer bij de NK afstanden.

In goed overleg met zijn ploeg werd besloten de samenwerking te beëindigen. Verbij nam vervolgens een aantal maanden de tijd om te reflecteren, ver buiten de schijnwerpers. Hij zocht naar rust in zijn hoofd en gebruikte de zomer om even niet aan schaatsen te denken.

Sporten deed hij een half jaar nauwelijks. “Als ik even een rondje hard ging lopen, was ik na twee kilometer ook wel klaar.”

Kriebelen

Toch begon het bij Verbij weer te kriebelen. Hij miste het schaatsen. Inmiddels staat Verbij weer zo’n zeven weken op het ijs. De eerste meters, na maanden zonder training, vielen flink tegen. “Ik was heel slecht. Na twee duurrondjes was ik al misselijk. Je merkt dat schaatsen een zware sport is.”

Spijt van zijn keuze om zich een half jaar terug te trekken, heeft Verbij niet. “Maar zo lang niet trainen, dat zou ik niemand aanraden.”

Lastige missie

Onder begeleiding van coach Johan de Wit werkt Verbij aan een terugkeer. Een lastige missie, erkent de sprinter zelf. “Ik moet kleine stappen maken en realiseren.

Plaats een reactie