Een half jaar geleden was het nog onzeker of Suzanne Schulting dit seizoen nog op het ijs zou kunnen staan, maar vrijdag staat ze als een van de blikvangers van de sport aan de start van de WK shorttrack in eigen land.
“En ik kan zeggen dat ik alle afstanden rijd”, zegt een “supergretige” Schulting, die lange tijd uit de running was vanwege een virus in haar lichaam afgelopen zomer. In het najaar van 2023 kwam daar nog een snijwond in haar rug bij.
Schulting zegt: “Ik sta hier nu gewoon en ik doe mee op het hoogste niveau. De trainingen gaan fantastisch, het is puur genieten.”
De 26-jarige drievoudig olympisch kampioen heeft de afgelopen weken vooral getraind op snelheid. “Mijn benen zijn behoorlijk vermoeid geraakt. Zo erg zelfs dat ik niet meer kon lopen.”
“Eigenlijk zoals Jenning had op het WK”, lacht Schulting, verwijzend naar Jenning de Boo die na de 1.000 meter door verzuring helemaal uitgeput was. “Dat heb ik ook een paar keer meegemaakt de afgelopen weken.”
‘Jonge stuiterbal’
Na intensieve training staat Schulting stralend voor de camera vlak voor de start van de WK in Rotterdam Ahoy, waar ook in 2017 al een WK plaatsvond. Toen was Schulting negentien jaar oud. “Een jonge stuiterbal”, zo beschrijft ze haar zeven jaar jongere zelf.
“Ik was toen al heel blij dat ik mocht rijden en behaalde zelfs een bronzen medaille op de 1.000 meter. Het was geweldig”, herinnert Schulting zich. Ze koestert vooral goede herinneringen aan de mannen-relayploeg die toen wereldkampioen werd. En aan Sjinkie Knegt, die een “fenomenale 500 meter” reed.
“Dat is nog steeds een van de mooiste 500 meter-finales die ik ooit heb gezien. Ook omdat ik voor Sjinkie was natuurlijk. Sjinkie die als niet-sprinter daar goud won, was geweldig.”
Rustiger
Vergeleken met de Schulting van toen is ze nu “vooral rustiger geworden” en heeft ze “heel veel vertrouwen” gekregen.
Natuurlijk droomt ze van een scenario zoals dat van Knegt in 2017. “Wie droomt daar niet van? Ik heb al fantastische prijzen gewonnen, maar het zou toch wel heel bijzonder zijn als ik dit weekend iedereen én mezelf kan verrassen.”
Toch stelt ze zichzelf dit keer geen al te hoge doelen. “Ik wil eigenlijk vooral alle finales rijden en iets moois laten zien. Over medailles doe ik geen uitspraken. Ik heb de afgelopen weken geweldig getraind. Daar haal ik veel voldoening uit.”