Met een loopneus en kriebelhoest vechtend, is het duidelijk doel van de Nederlandse schaatsploeg voor de komende twee weken: niet ziek worden. Na de laatste wereldbeker van dit seizoen zijn de schaatsers nu gericht op het belangrijkste toernooi van deze winter: de WK afstanden in Calgary.
“Het belangrijkste van de komende weken is fit blijven”, zegt Femke Kok in de NOS Schaatspodcast. Haar team Reggeborgh werd hard getroffen door een virus dat rondging in het hotel van de schaatsers. Jenning de Boo en Tim Prins meldden zich af voor afstanden en ook Janno Botman zei dat hij zondag niet honderd procent was.
Kok heeft er vertrouwen in dat ze de komende twee weken goed zullen herstellen en zo topfit aan de start van de WK zullen staan. “Gelukkig ben ik gezond gebleven en zal er alles aan doen om dat zo te houden. Ik zal wel een mondkapje dragen in het vliegtuig naar Calgary.”
Met twee keer goud (op de tweede 500 meter en de teamsprint) en één keer zilver (eerste 500 meter) was Kok de meest succesvolle Nederlandse schaatser van het weekend.
Voor de Nederlandse mannen had het weekend een historisch randje. Het was zestien jaar geleden dat er geen enkele medaille werd behaald bij de mannen. Een slecht voorteken voor de WK afstanden, zou je zeggen.
“Op de 500, 1.000 en 1.500 meter heb je natuurlijk Jordan Stolz, misschien kan Kjeld Nuis in topvorm nog iets inbrengen tegen hem. En op de lange afstanden is de Italiaan Davide Ghiotto het hele seizoen al sterk en laat ook Ted-Jan Bloemen zien dat hij meedoet voor de titel”, legt Mark Tuitert uit in de podcast.
Roest en Nuis bleven achter in Salt Lake City en gingen dit weekend niet de strijd aan met Stolz en Bloemen. Hoe de verhoudingen echt liggen, zal in Calgary pas duidelijk zijn.
Kok komt daar niet in actie op de 1.000 meter na een valpartij op de NK afstanden. Dat doet haar nog steeds pijn, omdat ze juist dit seizoen meer tijd en aandacht heeft besteed aan haar fysieke inhoud om de kilometer beter aan te kunnen.
“In mijn eerste jaren onder coach Gerard van Velde was ik mij wel heel erg gaan richten op de sprint. Daar voelde ik mij eigenlijk helemaal niet zo prettig bij. Ik was als junior altijd veel allrounder.”
Verdedigen van de wereldtitel
En dus ging vorig voorjaar het roer om en traint de wereldkampioene 500 meter nu “helemaal niet als een sprinter”. Ook zit ze veel meer op de racefiets dan voorheen. Toch denkt ze dat de kortste afstand er