Met gebogen hoofd loopt Thomas Krol richting de kleedkamer. Hij had bij de NK afstanden in Heerenveen willen pieken, maar reed vrijdagavond op de 1.500 meter zelfs een halve seconde langzamer dan bij het wereldbekerkwalificatietoernooi begin dit seizoen.
“Dit is het tegenovergestelde van euforie”, omschrijft hij zijn gevoel, nadat hij met een tijd van 1.45,28 slechts zesde is geworden op de schaatsmijl. Daarmee bleef hij ver verwijderd van de WK-tickets, die zijn weggelegd voor de top drie.
Teleurstellende prestaties
Een moeizame start van het seizoen lijkt een terugkerend patroon te zijn voor Krol. Maar waar hij vorig seizoen zijn vorm tijdens de strijd om de nationale titels plotseling weer had gevonden, is dat nu nog niet het geval.
Technisch liep het allemaal even niet zo lekker op de 1.500 meters bij de eerste wereldbekers van het seizoen, verklaarde hij al eerder dit seizoen. De 31-jarige Krol zat niet diep genoeg, vond hij zelf.
Het resulteerde in tegenvallende wereldbekerklasseringen: elfde op de 1.500 meter in Japan, negende in China en negende in Noorwegen.
Maar de techniek is bij de Nederlandse kampioenschappen niet meer het probleem, volgens Krol. “De afgelopen weken schaatste ik beter dan ik het hele seizoen had gedaan. Ik had er ook echt vertrouwen in dat het technisch weer goed liep, dus dat was het in mijn ogen niet. Heel gek…”
Gebrek aan vertrouwen
De nummer twee van de olympische 1.500 meter in Peking zag een zesde plaats bij de NK dan ook niet aankomen. “Ik voelde me goed, beter dan ik me het hele jaar gevoeld had. Als ploeg (Jumbo-Visma, red.) hebben we ook echt supergoed getraind. Ik voelde me fit en reed donderdag een goede 500 meter, dus had er best wel veel vertrouwen in.”
De eindconclusie is volgens Krol dat “het er gewoon niet in zat”. “Het is niet goed genoeg. En niet een klein beetje, maar helemaal niet… Ik heb er zo 1-2-3 niet echt een verklaring voor, behalve dat ik de energie niet had.”
“Als ik goed ben kan ik tot 1.100 meter gewoon nog doorrijden. Nu merkte ik na 800 meter al dat het niet echt meer ging”, analyseert Krol zijn race, waarin hij in de laatste bocht zelfs buitenom voorbij werd gereden door Patrick Roest. “Dan begin ik traag te bewegen.”
Dat is lastig, concludeert Krol. “Maar ik kan er op dat moment niks meer aan doen. Ik kan niet net als Patrick Roest nog een keer aanzetten het laatste stuk. Het is voor mij echt alles of niks. Ik heb er niet heel veel invloed op.”