Irene Schouten herpakt zich met baanrecord bij wereldbekerwedstrijden in Stavanger

Irene Schouten heeft zich bij de wereldbekerwedstrijden in Stavanger goed weten te herpakken van een teleurstellend resultaat twee weken geleden in Peking. Ze moest op de 5.000 meter in de B-groep starten en stak er met kop en schouders bovenuit. De olympisch kampioene op de langste afstand voor vrouwen verbeterde zelfs het baanrecord.

Met een tijd van 6.50,64 reed ze ruim twee seconden van het oude record, dat ook op haar naam stond, af. De nummer twee in de B-groep werd Elisa Dul in 7.08,38.

Twijfels na Peking

Bij de vorige wereldbeker, op de olympische baan in Peking, reed Schouten op de 3.000 meter naar de achtste tijd. Daardoor mocht ze dit weekend in Stavanger niet in de A-groep starten. Het leverde haar de nodige twijfels op in de voorbereiding.

“Daarna zijn we naar Tenerife gegaan (voor een trainingskamp, red.)”, aldus Schouten. “Ik wist dat ik fysiek prima in orde was, maar je stapt in Peking slecht van het ijs af en dan schaats je anderhalve week niet. Dan heb je toch twijfels.”

Schouten wilde zichzelf toch graag een doel stellen voor de enige 5.000 meter dit wereldbekerseizoen. “Ik had in mijn hoofd dat ik graag een baanrecord wilde rijden. Ik kan niet winnen in de A-groep, dus dan maar een ander doel stellen. Maar het hele toernooi zijn er nog geen baanrecords gereden, ze bleven er ver boven zelfs. Dus toen dacht ik: is het wel mogelijk?”

Ze erkent daarbij wel dat ze in de B-groep een voordeel heeft ten opzichte van de rijdsters in de A-groep. “Je hebt meer rijwind, want je rijdt met zijn vieren in de baan”, legt Schouten uit.

De 31-jarige schaatsster van de AH-Zaanlander-ploeg vertelt dat de tijden in de A-groep, die uren later op het ijs verschijnt, sowieso “eigenlijk niet te vergelijken” zijn met de tijden in de B-groep. “Het ijs en de luchtdruk kunnen later op de dag ook heel anders zijn.”

Volgende week in het Poolse Tomaszów Mazowiecki, als er een 3.000 meter op het programma staat, is ook Schouten tot haar eigen vreugde weer in de A-groep te bewonderen. “Ik rij toch het liefst tegen de allerbesten. Dat kon ik dit weekend niet doen, maar gelukkig wel weer in Polen.”

Plaats een reactie