Het Noorse schaatsen heeft sportief gezien een goede start van het nieuwe seizoen gemaakt, maar financieel gezien verkeert het in zwaar weer. De schaatsbond moet bezuinigen en vraagt daarom een eigen bijdrage aan de schaatsers die in de B-groep van de wereldbekers rijden. Dit treft met name de jonge schaatsers die proberen de aansluiting met de top te vinden.
Vraagtekens bij bezuinigingsmaatregel
Bondscoach Bjarne Rykkje plaatst vraagtekens bij deze bezuinigingsmaatregel. Hij twijfelt of dit de beste manier is om geld te besparen. Rykkje, met een Noorse vader en een Nederlandse moeder, uit zijn zorgen over de financiële situatie van het Noorse schaatsen.
Door deze maatregel moest Sigurd Henriksen, een van de grootste Noorse talenten, vorige week betalen om te kunnen deelnemen aan de wedstrijd in Obihiro. Henriksen verdient geen geld met schaatsen en moest daarom een beroep doen op zijn schaatsclub om de reis naar Azië te kunnen bekostigen.
Geen geld om voor Noorwegen uit te komen
Volgens Sverre Lunde Pedersen, lid van de achtervolgingsploeg die olympisch goud heeft gewonnen, is het gebrek aan financiële middelen bij de Noorse bond geen nieuws. Dit jaar is het echter nog erger dan voorheen. Het is triest dat schaatsers moeten betalen om voor Noorwegen uit te komen in de wereldbeker, aldus Pedersen.
Ook bondscoach Rykkje merkte dat de financiële druk invloed had op de schaatsers tijdens de voorbereiding. Dit had met name effect op de sfeer in de groep. Het is een moeilijke situatie waar het Noorse schaatsen zich in bevindt.