Irene Schouten heeft haar wereldtitel op de 5.000 meter met succes verdedigd. Hiermee sluit ze het seizoen, dat enigszins moeizaam verliep voor de drievoudig olympisch kampioene, toch nog succesvol af.
Dit seizoen waren er veel emotionele momenten voor Schouten, maar tijdens de laatste dag van de WK afstanden in Thialf was er eindelijk weer reden tot juichen. Op haar favoriete afstand, de vijf kilometer, toonde ze zich opnieuw de sterkste en werd ze wereldkampioen.
Emoties
Ze deed dit op een sensationele manier, want met haar tijd van 6.41,25 verbeterde ze ook het Nederlandse record. Aan de finish was haar coach Jillert Anema tot tranen toe geroerd door de prestatie van zijn pupil.
“Vanochtend voelde ik dezelfde spanning als bij de Olympische Spelen”, zei een opgeluchte Schouten, nadat ze haar ereronde met de Nederlandse vlag had voltooid. “Dus ik hoopte dat het hetzelfde gevoel was en dat het net zo goed zou gaan.”
Het zilver ging naar Ragne Wiklund, terwijl Martina Sáblíková het brons in ontvangst mocht nemen.
Moeilijk jaar
Slechts een maand geleden, tijdens de NK afstanden, stond Schouten huilend voor de camera. Op die manier werd voor heel Nederland duidelijk dat ze al geruime tijd tegen zichzelf aan het vechten was. Ze omschreef het na-olympische seizoen als “een intens jaar”. Ze besloot daarom wat gas terug te nemen en hoopte bij de WK in eigen land weer helemaal opgeladen aan de start te verschijnen.
Op de 3.000 meter afgelopen donderdag resulteerde dat nog niet in goud: ze moest genoegen nemen met zilver. En bij de ploegenachtervolging was er een veelbesproken diskwalificatie, maar op de 5.000 meter was ze weer, als vanouds, veel te sterk voor haar concurrenten.
Ze reed in de slotrit en had kort daarvoor routinier Sáblíková een snelle tijd zien neerzetten. De 35-jarige Tsjechische, tienvoudig wereldkampioen op de 5.000 meter, finishte met een tijd van 6.47,78.
Schouten was in haar carrière slechts één keer sneller dan Sáblíková zondag in Thialf en dus moest ze alles geven om wereldkampioen te worden. Haar tegenstandster in de rit was de Noorse Wiklund, die haar op de 3 kilometer had verslagen.
Aan het begin van de race zat Schouten al onder het schema dat naar de tijd van Sáblíková zou leiden en Wiklund hield goed stand tegen de regerend olympisch kampioene. In het tweede deel van de vijf kilometer reed de Nederlandse echter hard weg bij de jonge Noorse.
Ondertussen ging het publiek uit zijn dak en dook ze onder haar eigen Nederlands record (6.41,66).